Pedersen baseert haar onderzoek op de bijna 1.700 kinderen met leukemie die in heel Denemarken tussen 1968 en 2006 zijn vastgesteld. Zij betrekt bovengrondse hoogspanningslijnen met een spanning van 132-400 kilovolt in haar onderzoek en bepaalt voor alle betrokken kinderen de afstand van de dichtstbijzijnde hoogspanningslijn tot de woning waarin het kind bij geboorte woont.
De resultaten van Pedersen lijken ook in tegenspraak met onderzoeken die een samenhang vinden tussen de berekende of gemeten blootstelling aan magneetvelden in de buurt van hoogspanningslijnen en kinderleukemie. Pedersen heeft echter geen veldsterktes gemeten of berekend. Haar onderzoek past in de wisselende resultaten die onderzoeken op deze afstanden laten zien. Pedersen kan geen uitspraak doen over een mogelijk verhoogd risico dichtbij een hoogspanningslijn waar het magnetisch veld het hoogst is, bijvoorbeeld binnen 50 meter. Dat komt omdat geen van de kinderen met leukemie, die in de onderzoeksperiode van 38 jaar zijn geregistreerd, binnen 50 meter van een hoogspanningslijn woonde.