De stroom door de draden en transformator binnen het transformatorhuisje veroorzaakt een
magneetveld. De muren van het huisje schermen het magneetveld niet af.
De
sterkte van het magneetveld in de buurt van een transformatorhuisje hangt af van:
- De hoeveelheid stroom die door de draden binnen het huisje gaat. Die hoeveelheid wisselt gedurende de dag en de seizoenen. Hoe lager de stroomsterkte, hoe zwakker het veld.
- De zijde waar de elektriciteit met de lage spanning van 230 volt het transformatorhuisje verlaat. Aan die zijde is het veld sterker.
- De afstand tussen jou en het transformatorhuisje. Hoe groter de afstand, hoe zwakker het veld.
Meestal is het magneetveld aan één kant van het transformatorhuisje hoger dan aan de andere drie kanten. Dat is de zijde waar de elektriciteit met de lage spanning van 230 volt het transformatorhuisje verlaat. De sterkte van het magneetveld (gemeten op de buitenmuur) kan maximaal 1,5 tot 40
microtesla bedragen. De afstand waarop het magneetveld zwakker is dan 0,4 microtesla (gemiddeld over een heel jaar) bedraagt anderhalf tot vier meter.