Steeds meer mensen wekken tegenwoordig een deel van hun eigen elektriciteit op met zonnepanelen. Energie van de zon is duurzaam: het raakt niet op en er komen geen broeikasgassen vrij.
Zonnepanelen
Zonnepanelen zetten licht om in elektriciteit. De zonnecellen in de panelen zijn gemaakt van laagjes silicium. Als lichtdeeltjes (‘fotonen’) op het silicium vallen, worden uit het silicium elektronen vrijgemaakt. De vrijgemaakte elektronen worden opgevangen in onderliggende laagjes silicium. Hierdoor ontstaat een elektrische spanning. Deze spanning is laag. Door meerdere cellen achter elkaar (“in serie”) te zetten, wordt de spanning hoger. Een zonnepaneel van 60 cellen kan daardoor een spanning van ongeveer 35 volt opbouwen.
Omvormer
De gelijkspanning die zonnepanelen leveren is niet direct geschikt voor gebruik. Huishoudelijke apparaten werken allemaal op wisselspanning. Daarnaast is de spanning van zonnepanelen te laag en wisselt die met de hoeveelheid licht die op de panelen valt. Een omvormer (ook wel ‘inverter’ genoemd) zet de gelijkspanning van zonnepanelen om in een wisselspanning van 230 volt. Deze stroom is geschikt voor het stopcontact.
Lees meer over:
Zonnepanelen en elektromagnetische velden
Thuisaccu’s
Wat is ‘vuile stroom’?