17/05/2010
Aanleiding
Op 17 mei 2010 zijn de resultaten gepubliceerd van het Interphone onderzoek naar de relatie tussen mobiel bellen en tumoren in de hersenen (gliomen) en in het hersenvlies (meningiomen).
Eerste indruk
De INTERPHONE onderzoekers zien in hun totaalanalyse geen toename in het aantal hersentumoren bij de groep mensen die mobiel belt. De analyse die rekening houdt met de belzijde en belduur is volgens de onderzoekers onvoldoende betrouwbaar om conclusies aan te verbinden.
De officiële conclusie op de eerste pagina van de publicatie luidt als volgt:
“Overall, no increase in risk of glioma or meningioma was observed with use of of mobile phones. There were suggestions of an increased risk of glioma at the highest exposure levels, but biases and error prevent a causal interpretation. The possible effects of long-term heavy use of mobile phones require further investigation.”
Achtergrond
De publicatie bevat een analyse van gegevens uit het INTERPHONE programma naar de relatie tussen mobiel bellen en hersen(vlies)tumoren. Aan dit internationale programma namen uit 13 landen 16 onderzoeksinstellingen deel: Australië, Canada, Denemarken, Finland, Frankrijk, Duitsland, Israel, Italië, Japan, Nieuw Zeeland, Noorwegen, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. In de nu gepubliceerde analyse zijn de gegevens uit die onderzoeken samengevoegd (gepoold) om zo een krachtiger analyse te kunnen uitvoeren. Dat is nodig omdat hersentumoren zeldzaam zijn, niet snel groeien en in verhouding daarmee mobiele telefoons relatief nog maar kort worden gebruikt. In de totaalanalyse is geen verhoging gevonden van de kans op hersen(vlies)tumoren.
Verder is onderzocht of tumoren meer voorkomen bij mensen die vaker bellen, bij mensen die langer bellen of aan de kant van het hoofd waar de telefoon naar eigen zeggen is gehouden (de belzijde). De gebruikte gegevens zijn volgens de onderzoekers echter onvoldoende betrouwbaar om conclusies te kunnen trekken. De gegevens suggereren dat er geen relatie is met het aantal gesprekken, dat bij de veelbellers er een verhoging is die alleen wordt gevonden bij mensen die de vier daaraan vooraf gaande jaren veel belden maar niet bij mensen die langer veel belden, en dat tumoren vaker aan de belzijde voorkomen. De onderzoekers trekken hieruit geen conclusies vanwege de onnauwkeurigheid waarmee mensen rapporteren over hun belgedrag in het verleden en omdat mensen sneller deelnemen aan onderzoek wanneer een tumor is geconstateerd relatief kort nadat zij veel zijn gaan bellen. Het lange termijn intensief gebruik zou volgens de onderzoekers verder onderzocht moeten worden.
De conclusie komt overeen met die van Ahlbom en de ICNIRP in 2009. Hun conclusie was gebaseerd op analyse van gegevens over zowel hersen(vlies)tumoren als andere tumoren. Zij maakten gebruik van de gepubliceerde Interphone gegevens (waaronder Schoemaker en Lahkola) en Hardell. Zij vonden geen relatie tussen langzaam of snel groeiende tumoren en mobiel bellen. De Gezondheidsraad is bezig met een systematische analyse van de onderzoeken naar tumoren in het hoofd-halsgebied.
In het INTERPHONE programma is ook onderzocht of er een relatie is tussen mobiel bellen en tumoren aan de gehoorszenuw en speekselklier. In deze publicatie wordt daarop niet ingegaan.
Publicatie