Onderzoek naar magneetvelden en effecten op zenuwstelstel
In 2008 zijn in een Zwitsers onderzoek aanwijzingen gevonden dat mensen die langdurig dichtbij een hoogspanningslijn woonden een mogelijk hogere kans hadden om te overlijden aan de ziekte van Alzheimer. Het onderzoek gaf geen inzicht in de mogelijke verklaring en ook niet of het magneetveld hierin een rol speelt. In 2013 werd een vergelijkbaar onderzoek gedaan, maar daarin werd het verband dat in Zwitserland werd gevonden in Denemarken niet gevonden.
Voor andere ziekten die het zenuwstelsel aantasten, zoals dementie, ALS, de ziekte van Parkinson en MS zijn onderzoeken gedaan bij werknemers. Die werknemers werden tijdens hun werk soms blootgesteld aan sterkere magneetvelden dan die in en rond woningen kunnen voorkomen. In de onderzoeken werd geen samenhang gevonden tussen deze ziekten en blootstelling aan die magneetvelden. Voor ALS zijn er wel aanwijzingen gevonden, maar nog onvoldoende om daar conclusies aan te verbinden.
Ook zijn er experimenten gedaan met proefdieren, waarin onderzocht werd of magneetvelden invloed hebben op het functioneren van de hersenen. Daaruit bleek dat er soms wel effecten te zien waren, maar dat het niet mogelijk is om daar conclusies aan te verbinden. Verder zijn experimenten gedaan onder mensen met kortdurende blootstelling aan hoge magneetveldsterkten, zoals die in sommige beroepen kunnen voorkomen. In deze experimenten werd de invloed van het magneetveld op de hersenactiviteit onderzocht, bijvoorbeeld met een EEG.
Bij deze experimenten werd soms een biologisch effect gevonden, maar geen gezondheidseffecten. Maar over het geheel genomen was geen enkele van de gevonden effecten duidelijk genoeg om conclusies te trekken over de invloed van het magneetveld op de onderzochte effecten. Vrijwel alle experimenten zijn gedaan bij relatief hoge magneetveldsterktes, die in het normale dagelijkse leven niet voorkomen. Daarom wordt geen effect verwacht van magneetvelden die mensen in het dagelijks leven tegenkomen.
Voor andere ziekten die het zenuwstelsel aantasten, zoals dementie, ALS, de ziekte van Parkinson en MS zijn onderzoeken gedaan bij werknemers. Die werknemers werden tijdens hun werk soms blootgesteld aan sterkere magneetvelden dan die in en rond woningen kunnen voorkomen. In de onderzoeken werd geen samenhang gevonden tussen deze ziekten en blootstelling aan die magneetvelden. Voor ALS zijn er wel aanwijzingen gevonden, maar nog onvoldoende om daar conclusies aan te verbinden.
Ook zijn er experimenten gedaan met proefdieren, waarin onderzocht werd of magneetvelden invloed hebben op het functioneren van de hersenen. Daaruit bleek dat er soms wel effecten te zien waren, maar dat het niet mogelijk is om daar conclusies aan te verbinden. Verder zijn experimenten gedaan onder mensen met kortdurende blootstelling aan hoge magneetveldsterkten, zoals die in sommige beroepen kunnen voorkomen. In deze experimenten werd de invloed van het magneetveld op de hersenactiviteit onderzocht, bijvoorbeeld met een EEG.
Bij deze experimenten werd soms een biologisch effect gevonden, maar geen gezondheidseffecten. Maar over het geheel genomen was geen enkele van de gevonden effecten duidelijk genoeg om conclusies te trekken over de invloed van het magneetveld op de onderzochte effecten. Vrijwel alle experimenten zijn gedaan bij relatief hoge magneetveldsterktes, die in het normale dagelijkse leven niet voorkomen. Daarom wordt geen effect verwacht van magneetvelden die mensen in het dagelijks leven tegenkomen.