De introductie van 5G zal leiden tot een toename van draadloos dataverkeer. Dat gebeurt echter op een efficiëntere manier dan voorheen. Het RIVM en AT verwachten ook een toename van het aantal apparaten dat draadloos met het internet is verbonden (
Internet of Things, IoT). Nu worden deze apparaten vaak verbonden via Wifi wat inefficiënter is dan 5G voor draadloze communicatie. De toename van het dataverkeer kan tot meer blootstelling leiden, het efficiënter worden ervan tot minder. Het netto effect valt niet te voorspellen.
Het RIVM heeft geen wetenschappelijke publicaties gevonden waarin
gezondheidseffecten zijn onderzocht na blootstelling aan EMV specifiek door 5G-apparatuur. Nationale en internationale wetenschappelijke organisaties geven aan dat systematische analyses van de wetenschappelijke literatuur geen risico’s voor de gezondheid hebben aangetoond als de radiofrequente EMV zwakker zijn dan de blootstellingslimieten. Zij attenderen er daarbij op dat de frequenties van 5G-systemen ook zijn meegenomen bij deze analyses met de kanttekening dat er (nog) weinig kennis is over blootstelling aan
hogere frequenties (26 en 66 gigahertz).
De fabrikanten van apparatuur en de mobiele operators moeten ervoor zorgen dat de blootstelling van mensen aan elektromagnetische velden beneden de blootstellingslimieten blijft. Dat is nu het geval en zal niet veranderen met de introductie van 5G.
Agentschap Telecom heeft als toezichthouder de taak om dit te controleren. Agentschap Telecom geeft aan dat een uniform meetprotocol nodig is om de blootstelling aan de elektromagnetische velden van 5G te meten en roept daarom op tot een snelle vaststelling van de voorgenomen internationale meetnormen. Agentschap Telecom heeft geconstateerd dat de onderzochte 5G apparatuur voldoet aan de eisen om storing aan andere apparaten te voorkomen maar stelt dat tijdens de uitrol van 5G meer metingen nodig zijn om de kans op verstoringen te monitoren.