Eerste indruk
07/06/2016
Op 27 mei 2016 maakte het Amerikaanse National Toxicology Program een rapport openbaar over een deel van een proefdieronderzoek naar mogelijke gezondheidseffecten van zendsignalen die ook door mobiele telefoons worden uitgezonden. Later verschijnen meer en uitgebreidere rapporten over dit onderzoek. De voorpublicatie kreeg aandacht in de Amerikaanse media en in mindere mate ook in Nederland.
Het National Toxicology Program is een samenwerkingsverband van drie Amerikaanse onderzoeksinstituten en wordt gecoördineerd door het Ministerie van Volksgezondheid (Department of Health and Human Services) van de Verenigde Staten. Het rapport is gepubliceerd op een website voor artikelen die nog niet in wetenschappelijke tijdschriften zijn gepubliceerd. Het rapport bevat wel commentaar van zes reviewers.
In het onderzoek werden ratten gedurende negen uur per dag en zeven dagen per week blootgesteld aan zendsignalen van het type dat ook door mobiele telefoons wordt uitgezonden. De blootstelling begon voordat de ratten geboren waren en duurde twee jaar, of korter wanneer een rat eerder dood ging. In het onderzoek werd het hele lichaam van ratten blootgesteld aan sterke mobiele-telefoonsignalen, terwijl dat bij mensen normaal gesproken alleen plaatselijk gebeurt, bijvoorbeeld bij het hoofd of in borst- of broekzak. De ratten werden blootgesteld aan elektromagnetische velden van twee typen mobiele telefoons (GSM of UMTS) en elk drie verschillende veldsterkten. De laagste veldsterkte waaraan het hele lichaam van de ratten werd blootgesteld (1,5 W/kg), is ongeveer even groot als de maximaal toelaatbare blootstelling voor elektromagnetisch velden wanneer een mobiele telefoon aan het hoofd wordt gehouden (2 W/kg). De twee andere gebruikte veldsterkten waren hoger (3 en 6 W/kg). Alle ratten werden na twee jaar gedood en onderzocht op de aanwezigheid van tumoren. Ook de ratten die al eerder dood gingen, werden onderzocht.
De onderzoekers vonden bij blootgestelde mannetjesratten meer hersenentumoren (gliomen) en tumoren in de zenuwen in het hart dan in de controlegroep. Bij blootgestelde vrouwtjesratten was er geen toename van tumoren.
Het rapport geeft geen informatie over de hoogte van de blootstelling in de kop van de ratten en hoe die zich verhoudt tot blootstelling van een mensenhoofd tijdens mobiel bellen. De onderzoekers zagen ook verschillen in lichaamsgewicht van de moederratten tijdens de zwangerschap en van de nakomelingen vlak na de geboorte. In de controlegroep gingen gemiddeld meer ratten binnen twee jaar dood dan in de blootgestelde groepen. Ook zagen de onderzoekers in de controlegroep minder tumoren dan bij andere controlegroepen in eerdere onderzoeken. De vraag is wat al deze verschillen betekenen voor de conclusies die uit het onderzoek kunnen worden getrokken, nog afgezien van de moeilijkheid bij het vertalen van resultaten van proefdieronderzoek naar wat dat voor de mens betekent.
In sommige onderzoeken bij mensen naar het vóórkomen van tumoren van steuncellen in de hersenen (gliomen) zijn deze tumoren vaker gevonden bij mensen die in het verleden langdurig mobiel hebben gebeld. Deze en andere onderzoeken waren voor het IARC in 2011 aanleiding om blootstelling aan radiofrequente velden te classificeren als 'mogelijk kankerverwekkend voor mensen'. De onderzoekers van het National Toxicology Program geven aan dat hun bevindingen bij ratten deze classificatie ondersteunen.
Voor mensen die hun blootstelling aan de zendsignalen van mobiele telefoons willen beperken, heeft het Kennisplatform EMV een lijst met praktische en eenvoudig toe te passen tips opgesteld.