Uit welke onderdelen bestaat het elektriciteitsnetwerk?
Het elektriciteitsnetwerk transporteert elektriciteit van de plaats waar de elektriciteit wordt opgewekt naar je huis. Alle onderdelen van het elektriciteitsnetwerk kunnen elektrische velden en magnetische velden opwekken. Het gaat dan om velden met een frequentie van 50 hertz. Die worden extreem-laagfrequente velden genoemd.
Het elektriciteitsnetwerk bestaat uit de volgende onderdelen:
Het elektriciteitsnetwerk bestaat uit de volgende onderdelen:
Elektriciteitscentrales, zonnepanelen en windmolens wekken elektriciteit op. Een landelijk netwerk van hoogspanningslijnen van 380 en 220 kilovolt transporteert die elektriciteit door heel Nederland.
Zogeheten onderstations of hoogspanningsstations zetten deze hoge spanningen om naar wat lagere hoogspanningen van 150, 110 en 50 kilovolt. Lokale netwerken van hoogspanningslijnen met 150, 110 en 50 kilovolt verdelen de elektriciteit verder naar verschillende steden en dorpen. Daar verlagen transformatorstations de spanning verder tot middenspanning (tussen 3 en 25 kilovolt).
Ondergrondse middenspanningskabels transporteren de elektriciteit naar transformatorhuisjes in woonwijken. Transformatoren in die huisjes zetten de middenspanning om naar laagspanning van 230 volt. Dat is de spanning die apparaten in huis gebruiken.
Vanaf het transformatorhuisje of een schakelkast loopt een ondergrondse kabel naar je huis. De kabel komt je huis binnen in de meterkast waar een slimme meter of traditionele meter je totale elektriciteitsverbruik meet. Na de meterkast lopen er door de muren en plafonds elektriciteitskabels naar alle stopcontacten en schakelaars in je huis.
Lees meer over:
Bovengrondse hoogspanningslijnen: sterkte van magneetvelden
Ondergrondse kabels: sterkte van magneetvelden
Transformatorhuisjes: sterkte van magneetvelden
Windmolens: sterkte van magneetvelden
Zonnepanelen: sterkte van magneetvelden
Zogeheten onderstations of hoogspanningsstations zetten deze hoge spanningen om naar wat lagere hoogspanningen van 150, 110 en 50 kilovolt. Lokale netwerken van hoogspanningslijnen met 150, 110 en 50 kilovolt verdelen de elektriciteit verder naar verschillende steden en dorpen. Daar verlagen transformatorstations de spanning verder tot middenspanning (tussen 3 en 25 kilovolt).
Ondergrondse middenspanningskabels transporteren de elektriciteit naar transformatorhuisjes in woonwijken. Transformatoren in die huisjes zetten de middenspanning om naar laagspanning van 230 volt. Dat is de spanning die apparaten in huis gebruiken.
Vanaf het transformatorhuisje of een schakelkast loopt een ondergrondse kabel naar je huis. De kabel komt je huis binnen in de meterkast waar een slimme meter of traditionele meter je totale elektriciteitsverbruik meet. Na de meterkast lopen er door de muren en plafonds elektriciteitskabels naar alle stopcontacten en schakelaars in je huis.
Lees meer over:
Bovengrondse hoogspanningslijnen: sterkte van magneetvelden
Ondergrondse kabels: sterkte van magneetvelden
Transformatorhuisjes: sterkte van magneetvelden
Windmolens: sterkte van magneetvelden
Zonnepanelen: sterkte van magneetvelden