Wat is het verschil tussen biologische effecten en gezondheidseffecten?

Biologische effecten zijn veranderingen in het lichaam die niet tot gezondheidsschade leiden. Een voorbeeld: Als je aan het sporten bent of in de warme zon zit, warmt je lichaam op. Je lichaam reageert daarop door de bloedvaten in de huid te verwijden en te gaan zweten. Zo kan je lichaam de warmte afvoeren. Een ander voorbeeld is het eten van een suikerklontje. Daardoor stijgt het suikergehalte in je bloed en gaat je alvleesklier het hormoon insuline afscheiden. Met behulp van insuline kunnen cellen de suikers uit het bloed opnemen en er energie van maken. Dit zijn allemaal biologische effecten: het zijn tijdelijke veranderingen in je lichaam, die niet tot gezondheidsschade leiden. Gezondheidseffecten kunnen optreden als het lichaam de veranderingen niet voldoende kan compenseren. Zo kan extreme warmte ontwikkeling in het lichaam of langdurig te veel suiker eten wel leiden tot gezondheidsschade.

Een gezondheidseffect wordt dus altijd voorafgegaan door een biologisch effect, maar een biologisch effect hoeft niet tot een gezondheidseffect te leiden.

In onderzoeken naar de invloed van elektromagnetische velden op het lichaam worden wel biologische effecten waargenomen. Zo kan het lichaam door mobiele zendsignalen plaatselijk een beetje opwarmen. In normale omstandigheden is de opwarming gering en het lichaam kan die warmte probleemloos afvoeren. Zo stijgt de temperatuur van je lichaam meer van een rondje hardlopen (al snel een graad) dan van het zendsignaal van een mobiele telefoon. Als je blootgesteld zou worden aan sterke zendsignalen (die in het dagelijks leven niet voorkomen), dan kan het lichaam de warmte niet meer afvoeren en kan gezondheidsschade ontstaan. Zo kan het oog warmte minder goed afvoeren. Door te sterke opwarming van het oog kan bijvoorbeeld staar ontstaan.