
Wat is het verschil tussen wisselspanning en gelijkspanning?
Bij een wisselspanning wisselt de elektrische spanning tussen twee draden of aansluitingen met een vaste frequentie tussen positieve en negatieve waarden. Bij het elektriciteitsnet verandert de spanning 50 keer per seconde van + naar – en omgekeerd. Wisselspanning heeft meestal een golfvormig verloop. Gelijkspanning is een elektrische spanning die niet wisselt van richting.

Het verschil tussen gelijkstroom en wisselstroom. Bij gelijkstroom is de spanning constant, bij wisselstroom wisselt de spanning 50 keer per seconde tussen positieve spanning en negatieve spanning.
Batterijen en accu’s leveren een gelijkspanning. Gelijkspanning kan bijvoorbeeld worden opgewekt met zonnecellen. In Nederland en België rijden de trams, trolleybussen en de meeste treinen op gelijkspanning. Wisselspanning kan worden opgewekt door een generator, zoals een (fiets)dynamo. De generatoren die in elektriciteitscentrales worden gebruikt, wekken ook een wisselspanning op.
De begrippen ‘spanning’ en ‘stroom’ worden soms door elkaar gehaald. Als bijvoorbeeld een lamp op een stopcontact wordt aangesloten en de schakelaar nog op ‘uit’ staat, is er wel een spanning, maar loopt er nog geen stroom. Er gaat pas een stroom lopen als de schakelaar op ‘aan’ wordt gezet. Door de schakelaar te gebruiken ontstaat een ‘gesloten circuit’, en kunnen er elektronen gaan stromen.
Lees meer over:
Waarom bestaat er zowel gelijkspanning als wisselspanning?
Kun je van een wisselspanning een gelijkspanning maken?
Waarom wordt soms gekozen voor gelijkspanning in plaats van wisselspanning?
Wordt gelijkspanning in de toekomst ook in woonwijken gebruikt?
Batterijen en accu’s leveren een gelijkspanning. Gelijkspanning kan bijvoorbeeld worden opgewekt met zonnecellen. In Nederland en België rijden de trams, trolleybussen en de meeste treinen op gelijkspanning. Wisselspanning kan worden opgewekt door een generator, zoals een (fiets)dynamo. De generatoren die in elektriciteitscentrales worden gebruikt, wekken ook een wisselspanning op.
De begrippen ‘spanning’ en ‘stroom’ worden soms door elkaar gehaald. Als bijvoorbeeld een lamp op een stopcontact wordt aangesloten en de schakelaar nog op ‘uit’ staat, is er wel een spanning, maar loopt er nog geen stroom. Er gaat pas een stroom lopen als de schakelaar op ‘aan’ wordt gezet. Door de schakelaar te gebruiken ontstaat een ‘gesloten circuit’, en kunnen er elektronen gaan stromen.
Lees meer over:
Waarom bestaat er zowel gelijkspanning als wisselspanning?
Kun je van een wisselspanning een gelijkspanning maken?
Waarom wordt soms gekozen voor gelijkspanning in plaats van wisselspanning?
Wordt gelijkspanning in de toekomst ook in woonwijken gebruikt?