Magneetvelden bij opwaardering bestaande hoogspanningslijnen
Bij het opwaarderen van een hoogspanningslijn kan de spanning meestal hetzelfde blijven (bijvoorbeeld 380 kilovolt). Vaak worden alleen de draden van de hoogspanningslijn vervangen door draden waar meer stroom doorheen kan en blijven de hoogspanningsmasten staan, bijvoorbeeld bij de hoogspanningslijn tussen Diemen en Lelystad. Soms zijn nieuwe draden en nieuwe masten nodig, bijvoorbeeld bij de hoogspanningslijn tussen Harculo en Nijverdal.
Dat er meer stroom door de draden kan heeft invloed op de magneetveldzone, maar dat betekent niet automatisch dat die breder wordt. Dat komt omdat niet alleen de stroom bepaalt hoe breed de magneetveldzone is, maar ook de volgorde waarin de draden aan de mast hangen. Vaak is die volgorde in de bestaande situatie niet zo gunstig voor de breedte van de magneetveldzone. Dan kan die volgorde bij het ophangen van de nieuwe draden zo goed mogelijk worden gemaakt zodat de magneetveldzone smaller wordt. TenneT noemt dit fasenoptimalisatie. Dit is een van de bronmaatregelen die de netbeheerder volgens het beleidsadvies moet nemen bij nieuwbouw of aanpassingen van hoogspanningslijnen. Na de opwaardering en de fasenoptimalisatie wordt het magneetveld door de gunstige volgorde van de draden verder van de mast lager en dicht bij de mast hoger.
Als dit mogelijk is dan worden woningen vanaf een bepaalde afstand van de hoogspanningslijnen na opwaardering blootgesteld aan een zwakker magneetveld. Als er woningen dichtbij de hoogspanningslijn staan, worden die na opwaardering aan een sterker magneetveld blootgesteld. Binnen welke afstand dat is, hangt af van de eigenschappen van de hoogspanningslijn voor en na de opwaardering.
Het smaller maken van de magneetveldzone kan alleen als de volgorde van de draden in de bestaande situatie nog niet op zijn best is. Als dat al wel zo is en de masten blijven hetzelfde, dan zal het magneetveld door de opwaardering sterker worden en de magneetveldzone breder.
Dat er meer stroom door de draden kan heeft invloed op de magneetveldzone, maar dat betekent niet automatisch dat die breder wordt. Dat komt omdat niet alleen de stroom bepaalt hoe breed de magneetveldzone is, maar ook de volgorde waarin de draden aan de mast hangen. Vaak is die volgorde in de bestaande situatie niet zo gunstig voor de breedte van de magneetveldzone. Dan kan die volgorde bij het ophangen van de nieuwe draden zo goed mogelijk worden gemaakt zodat de magneetveldzone smaller wordt. TenneT noemt dit fasenoptimalisatie. Dit is een van de bronmaatregelen die de netbeheerder volgens het beleidsadvies moet nemen bij nieuwbouw of aanpassingen van hoogspanningslijnen. Na de opwaardering en de fasenoptimalisatie wordt het magneetveld door de gunstige volgorde van de draden verder van de mast lager en dicht bij de mast hoger.
Als dit mogelijk is dan worden woningen vanaf een bepaalde afstand van de hoogspanningslijnen na opwaardering blootgesteld aan een zwakker magneetveld. Als er woningen dichtbij de hoogspanningslijn staan, worden die na opwaardering aan een sterker magneetveld blootgesteld. Binnen welke afstand dat is, hangt af van de eigenschappen van de hoogspanningslijn voor en na de opwaardering.
Het smaller maken van de magneetveldzone kan alleen als de volgorde van de draden in de bestaande situatie nog niet op zijn best is. Als dat al wel zo is en de masten blijven hetzelfde, dan zal het magneetveld door de opwaardering sterker worden en de magneetveldzone breder.