Waarom bestaat er zowel gelijkspanning als wisselspanning?
Gelijkspanning en wisselspanning zijn twee ‘soorten’ elektriciteit die naast elkaar gebruikt worden. Ze zijn ongeveer gelijktijdig ontdekt aan het begin van de 19e eeuw, nadat in de eeuwen ervoor een groot aantal uitvinders en wetenschappers zich met allerlei vormen van elektriciteit hadden beziggehouden. Alessandro Volta bouwde in 1800 als een van de eersten een batterij (gelijkspanning). Michael Faraday ontdekte in 1831 elektromagnetische inductie, het principe achter het opwekken van wisselspanning.
Rond 1880 was er veel discussie over de vraag of men bij de distributie van elektriciteit naar woonhuizen moest kiezen voor gelijkspanning of voor wisselspanning. Nikola Tesla werkte toen aan elektriciteitsnetten met wisselspanning. Een voordeel van wisselspanning was dat lage wisselspanningen via een transformator (die al was uitgevonden) konden worden omgezet naar hoge wisselspanningen (en andersom). Met hogere spanningen kon men elektriciteit met minder verliezen over grotere afstanden transporteren. Bij de huishoudens kon de spanning met een transformator weer naar een lagere spanning worden omgezet.
Groot voorstander van gelijkspanning was Thomas Alva Edison, de uitvinder van de gloeilamp. Edison voorzag in die tijd de eerste huizen en bedrijven in New York van een gelijkspanning van 110 volt. In die tijd was het nog niet mogelijk om een hoge gelijkspanning naar een lagere om te zetten (of andersom). Tegenwoordig gebruikt men hier vermogenselektronica voor, maar die bestond toen nog niet. Bij gelijkstroom moest de spanning in huishoudens hetzelfde zijn als in het distributienet. Dat leidt tot veel verlies in de kabels. Een groot nadeel van gelijkspanning was dus dat de afstanden vanaf de plaats waar de elektriciteit werd opgewekt naar de huishoudens niet te groot mochten worden, anders werden de verliezen in de kabels te groot.
De strijd tussen gelijkspanning en wisselspanning wordt ook wel de ‘War of currents’ genoemd. Het was een felle concurrentiestrijd. Er werden wederzijds zelfs pogingen ondernomen om de uitvinding van de ander in diskrediet te brengen. Uiteindelijk won de wisselspanning, omdat een wisselspanning makkelijker in een andere spanning om te zetten is en er minder verliezen bij transport optreden. Zo werd wisselspanning de basis voor de elektriciteitsdistributie.
Lees meer over:
Wat is het verschil tussen wisselspanning en gelijkspanning?
Waarom gebruikt men soms gelijkspanning voor hoogspanningslijnen?
Rond 1880 was er veel discussie over de vraag of men bij de distributie van elektriciteit naar woonhuizen moest kiezen voor gelijkspanning of voor wisselspanning. Nikola Tesla werkte toen aan elektriciteitsnetten met wisselspanning. Een voordeel van wisselspanning was dat lage wisselspanningen via een transformator (die al was uitgevonden) konden worden omgezet naar hoge wisselspanningen (en andersom). Met hogere spanningen kon men elektriciteit met minder verliezen over grotere afstanden transporteren. Bij de huishoudens kon de spanning met een transformator weer naar een lagere spanning worden omgezet.
Groot voorstander van gelijkspanning was Thomas Alva Edison, de uitvinder van de gloeilamp. Edison voorzag in die tijd de eerste huizen en bedrijven in New York van een gelijkspanning van 110 volt. In die tijd was het nog niet mogelijk om een hoge gelijkspanning naar een lagere om te zetten (of andersom). Tegenwoordig gebruikt men hier vermogenselektronica voor, maar die bestond toen nog niet. Bij gelijkstroom moest de spanning in huishoudens hetzelfde zijn als in het distributienet. Dat leidt tot veel verlies in de kabels. Een groot nadeel van gelijkspanning was dus dat de afstanden vanaf de plaats waar de elektriciteit werd opgewekt naar de huishoudens niet te groot mochten worden, anders werden de verliezen in de kabels te groot.
De strijd tussen gelijkspanning en wisselspanning wordt ook wel de ‘War of currents’ genoemd. Het was een felle concurrentiestrijd. Er werden wederzijds zelfs pogingen ondernomen om de uitvinding van de ander in diskrediet te brengen. Uiteindelijk won de wisselspanning, omdat een wisselspanning makkelijker in een andere spanning om te zetten is en er minder verliezen bij transport optreden. Zo werd wisselspanning de basis voor de elektriciteitsdistributie.
Lees meer over:
Wat is het verschil tussen wisselspanning en gelijkspanning?
Waarom gebruikt men soms gelijkspanning voor hoogspanningslijnen?