Het begrip ‘internet of things’ of ‘het internet der dingen’ verwijst naar de ontwikkeling dat steeds meer apparaten en voorwerpen verbonden raken met internet. Allerlei apparaten in onze samenleving worden met elkaar verbonden in een groot netwerk. Ze kunnen gegevens via internet met elkaar uitwisselen. Apparaten kunnen op deze manier aan mensen betere informatie leveren en bepaalde eenvoudige beslissingen uit handen nemen. Het begrip ‘internet of things’ beperkt zich niet tot huisautomatisering (
domotica). Zo kan een automaat met drankflesjes een seintje geven aan het bedrijf als de automaat bijna leeg is. Hij kan dan op tijd worden bijgevuld. Er zijn systemen die koffers van luchtreizigers wereldwijd traceerbaar maakt. Handig als je koffers niet op het juiste vliegveld zijn aangekomen. Boeren kunnen de teelt van gewassen verbeteren met sensoren die de groei van gewassen in de gaten houden en continu de vochtigheid, het aantal zonuren en andere invloeden meten en doorgeven.
Nieuwe netwerken van LoRa-zenders en -ontvangers
Om de ontwikkeling van het ‘internet of things’ mogelijk te maken, bouwen telecombedrijven en andere partijen zogeheten LoRa-netwerken. LoRa staat voor 'Long Range Low Power' (lange afstand, laag vermogen).
Een LoRa-netwerk is bedoeld voor apparaten die niet constant een internetverbinding nodig hebben, maar wel af en toe wat gegevens moeten doorgeven. Het bereik van een LoRa-zendmast is vrij groot: maximaal ongeveer vijftien kilometer per mast. De snelheid van gegevensoverdracht ligt tussen de 0,3 en 50 kilobit per seconde. Het netwerk gebruikt vooral de frequentie van 868
megahertz. De netwerkpunten van een LoRa-netwerk zitten vaak in de antennemasten voor mobiele telefonie maar kunnen ook worden geplaatst tegen de muren van hoge gebouwen.
Het door de LoRa-technologie gebruikte vermogen is heel laag. Door de gebruikte radiotechniek, die de data in stukjes verstuurt met steeds een andere frequentie, kan een signaal, ook als het heel zwak is, toch gedetecteerd worden. Doordat een laag vermogen gebruikt wordt en de apparaten niet continu zenden, blijft de blootstelling beperkt.