De landelijke netbeheerder TenneT en de regionale netbeheerders zijn samen verantwoordelijk voor een veilig transport van elektriciteit. TenneT beheert het hoogspanningsnet met een spanning van 110 kilovolt en hoger. De regionale netbeheerders beheren de hoogspanningslijnen met een spanning lager dan 110 kilovolt en het zogeheten midden- en laagspanningsnet, dat geheel ondergronds ligt.
In het
beleidsadvies van de rijksoverheid voor magneetvelden van het elektriciteitsnetwerk staat dat de netbeheerder technische maatregelen (‘bronmaatregelen’) treft bij onderdelen van het elektriciteitsnetwerk: bovengrondse hoogspanningslijnen, ondergrondse hoogspanningskabels, hoogspanningsstations en transformatorhuisjes. Deze bronmaatregelen worden genomen bij de aanleg van nieuwe netcomponenten of bij wijzigingen aan bestaande netcomponenten. Op deze manier wordt de blootstelling van omwonenden aan magneetvelden van deze bronnen verminderd. Voor nieuwe situaties bij bovengrondse hoogspanningslijnen gelden zowel bronmaatregelen als een magneetveldzone (afstandsmaatregel). Voor de andere netcomponenten gelden alleen de bronmaatregelen, geen afstandsmaatregel.
De bronmaatregelen voor deze onderdelen van het elektriciteitsnetwerk zijn vastgelegd in een Convenant bronmaatregelen magneetvelden, ondertekend door de minister en door Netbeheer Nederland namens de netbeheerders. Deze bronmaatregelen gelden voor nieuwe netcomponenten en veranderingen aan bestaande netcomponenten. Bestaande netcomponenten worden, behalve bij verandering op initiatief van de netbeheerder, ongemoeid gelaten, tenzij het bevoegd gezag hiertoe verzoekt en bereid is de kosten van aanpassingen te dragen.